Anna Sluijter en Charlotte Boom

-  
Onbekende man in tropenkostuum, z.j., © Sluijter & Boom Onbekende man in tropenkostuum, z.j., © Sluijter & Boom Collectie D.P. Huijsmans, Leiden

Johanna Josina Helena (Anna) Sluijter (ook: Sluyter), kunstschilder, werd geboren in Amsterdam op 5 december 1866 en overleed in Laren op 7 december 1931. Zij was de dochter van Ernst W.G. Sluijter (1834-??), boekhouder, later makelaar in assurantiën, en Helena Witpen (1835-??). Over haar opleiding is niets bekend, maar begin jaren 1890 nam ze al deel aan tentoonstellingen. In februari 1898 beviel zij van een zoon, Albert Sluijter (1898-1981), een viooltalent dat al op jonge leeftijd de concertzalen van Europa bespeelde, en daarvoor samen met zijn moeder veelvuldig op reis ging, hij met zijn viool, zij met haar schilderskist. Van haar schilderwerk zijn enkele landschappen uit de jaren 1920 in een kleurige, abstraherende stijl de laatste jaren op de markt gekomen en zo opnieuw bekend geraakt.
Charlotte Boom-Pothuis, kunstschilder, werd geboren in Londen op 1 april 1867 en overleed in Amsterdam op 24 januari 1945. Zij was de dochter van Joseph E. Pothuis (1828-1885), venter, en Esther Brandon (1835-1910), werd althans bij het huwelijk van haar ouders in 1868 door hen als hun dochter erkend. Zij volgde lessen op de Dagteekenschool voor Meisjes in Amsterdam en ook bij o.a. Henriette Asscher en Meijer de Haan. In 1891 huwde ze de kunstschilder Karel A.A.J (Alex) Boom (1862-1943). Werk van Boom-Pothuis (onder meer twee portretten van Israel Querido) bevindt zich in het Amsterdam Museum in Amsterdam.

In juni 1896 openden Anna Sluijter en Charlotte Boom op het adres Singel 512 in Amsterdam een eigen fotoatelier, weten we uit een bericht in Evolutie van 10 juni 1896. De opening van het atelier, dat opereerde onder de naam ‘Dames Sluijter & Boom’, kreeg in diezelfde tijd ook in de Amsterdamse pers ruim aandacht, waarmee de start van dit atelier goed is gedocumenteerd.

Dat het ook het eerste fotoatelier van vrouwen in Amsterdam was, zoals Evolutie schrijft, is mogelijk, al bestonden er elders in Nederland al veel langer fotoateliers die door vrouwen gedreven werden. In Den Haag, bijvoorbeeld, waar Maria Hille (1827-in/na 1893) met haar echtgenoot, maar onder haar naam – M. Hille & Comp.– een fotoatelier opende, dat zij tot begin jaren 1890 heeft voortgezet. Of in Delft, waar Emma Kirchner (1830-1909) in 1863 een eigen atelier begon dat tot 1899 bestaan heeft. Of anders in Leeuwarden, waar ‘photographiste’ Gerharda Matthijssen (1830-1907) in 1867 een ‘atelier de photographie pour dames’ opende, waar zij niet alleen portretfoto’s maakte, maar ook cursussen fotografie aan vrouwen gaf.

Dat neemt niet weg dat we graag meer over het fotoatelier van Anna Sluijter en Charlotte Boom (voluit: Charlotte Boom-Pothuis), die in de literatuur vooral als beeldend kunstenaars bekend staan, zouden weten. En natuurlijk hun foto’s zouden willen kennen. Vooralsnog is maar één foto uit dit atelier getraceerd: bovenstaande kabinetfoto van een onbekend man in wit kostuum (met dank aan Nies Huijsmans, Leiden). Maar met de verkapte reclame in Evolutie zouden de Dames goed een of meer feministes van het eerste uur voor hun camera kunnen hebben gehad.

1896 06 05 advertentie Sluijter Boom NvdD caption2 1897 03 12 publieke verkooping inventaris Sluijter Boom Tijd captionOnderzoek in de digitale krantenbank Delpher maakt duidelijk dat het atelier van de Dames Sluijter & Boom weinig meer dan tien maanden bestaan heeft: op woensdag 16 en donderdag 17 maart wordt hun gehele inventaris, ‘met compleet zoo goed als nieuw Ameublement’, door H.G. Bom in Amsterdam geveild. Dat maakt het onwaarschijnlijk dat zij hun bedrijf elders hebben voortgezet.

Beiden zouden nadien op gezette tijden werk van hun hand exposeren. In elk geval Anna Sluijter kon zich daar aanvankelijk niet van bedruipen: toen zij in juli 1897 haar ouderlijk huis verliet en op zichzelf ging wonen, liet zij zich in het Amsterdamse bevolkingsregister als ‘naaister’ inschrijven. De prijzen voor het werk dat zij in later jaren zou maken, zijn inmiddels aanzienlijk.

Of en hoe beide fotografes Wilhelmina Drucker gekend hebben, is niet met zekerheid vast te stellen. Maar denkbaar is het wel: beiden waren, in elk geval toen in maart 1897 de eerste ledenlijst van de VVK werd uitgegeven, Amsterdams lid, en in de afdeling Amsterdam was het moeilijk om aan Drucker voorbij te zien. Het is dus niet onmogelijk dat Drucker zich in het kleine jaar van hun bestaan door de Dames Sluyter & Boom heeft laten fotograferen. Er wordt naar uitgekeken!

Behoudens haar vroege lidmaatschap van de VVK heeft Anna Sluijter in de vrouwenbeweging verder geen zichtbare rol gespeeld. Charlotte Boom-Pothuis had, lijkt het, iets meer connecties met de vrouwenbeweging. Of zij via haar familieconnectie met haar schoonzuster Carry Pothuis-Smit nog een lijn met de socialistische vrouwenbeweging had, is vooralsnog onbekend. Maar dat ze les had gehad op de Dagteekenschool voor Meisjes waar feministe Betsy Kerlen van 1886 tot 1916 directrice was, heeft er wellicht aan bijgedragen dat werk van haar te zien is geweest op de tentoonstelling “De vrouw 1813-1913”. Daarvan was Betsy Kerlen immers een van de organisatrices.


Verder lezen

- D.P. Huijsmans, Catalogus van Nederlandse studiofotografen van carte de visite en kabinet foto's, ten behoeve van datering binnen de periode 1860-1914, Castricum 1993.

- voor de Dames Sluyter & Boom, zie hun advertenties in onder meer Nieuws van den Dag (5 juni 1896), Telegraaf (5 juni 1896), Tijd (6 juni 1896), Nieuw Israelietisch weekblad (26 juni 1896), Algemeen Handelsblad (23 oktober 1896); zie ook ‘Een nieuw atelier’, Amsterdammer (14 juni 1896), en tenslotte de finale advertentie van het veilinghuis H.G. Bom in De Tijd (12 maart 1897).

- voor Anna Sluyter, zie, behalve Pieter A. Scheen, Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950 (’s-Gravenhage 1970) en RKDArtists: Renée Smithuis, ‘Anna Sluyter (1866-1931). Vergeten schilderes van de vroege abstractie’, in: Vrouwen aan bod. Vrouwenaanbod. Spannende vrouwen uit de jaren twintig, Bergen 2008, 36-37; zie ook Martin Ruyter, ‘Een nieuwe toon die in rook is opgegaan’, Volkskrant (30 september 1983): over Albert Sluijter en zijn verloren gegane clavinette, maar ook over zijn concertreizen als wonderkind, in gezelschap van zijn moeder Anna Sluijter.

- voor Charlotte Boom-Pothuis, zie, behalve Scheen, Nederlandsche beeldende kunstenaars en RKDArtists: Irene Faber, ‘Joseph Jacob Isaacson and the other students of Meijer de Haan’, in Jelka Kröger (red.), A master revealed: Meijer de Haan, Parijs 2009, 74-84, waarin Boom-Pothuis als een van de leerlingen van Meijer de Haan wordt beschreven.

- voor Maria Hille, zie Robbert van Venetië en Annet Zondervan, ‘Maria Hille’, Fotolexicon 7, 14 (september 1990); zie ook Anna de Haas, ‘Maria Elisabeth Hille’ (januari 2015) in Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.

- voor Emma Kirchner, zie Petra Notenboom en Marjan Reinders, Emma Kirchner. Een 19de-eeuwse fotografe belicht, Delft 2003; Petra Notenboom, ‘Emma Kirchner’, Fotolexicon 20, 35 (augustus 2003); en de website van Petra Notenboom over Emma Kirchner.

- voor Gerharda Matthijssen, zie Peter Karstkarel, ‘Gerharda Henriëtte Matthijssen en de eerste tentoonstelling van kunst en nijverheid door vrouwen (1878)’, De vrije Fries 68 (1988) 85-92.

Aanvullende informatie

  • Gepubliceerd: 22 januari 2010
Laatst aangepast: 08 juni 2020

Wilhelmina Drucker